21 december 2006

The Devil's Rejects (2005)

Het vervolg op House of 1000 Corpses van muzikant/regisseur Rob Zombie. Het eerste deel over de sadistische inteeltfamilie, met clown Captain Spaulding en heksige Mother Firefly als de pater en mater familias, heb ik 'filmdiarree' genoemd. Het was een aangename verrassing dat Zombie in dit deel toont dat hij het filmmaken beter onder de knie heeft gekregen.
De sequel begint met een vuurgevecht tussen de lokale politiemacht en de helse heikneuters die zich hebben verschanst op hun ranch. Sherriff John Quincy Wydell (gepast wrekerig gespeeld door Willliam Forsythe) heeft een oude rekening te vereffenen met de griezelfamilie omdat ze zijn broer hebben vermoord. Er volgt een kat-en-muis-spelletje waarin Zombie effectief het idioom van exploitatiefilms uit de jaren zeventig hanteert. Qua vorm is de film eigenlijk nog het meest geslaagd, uitgezonderd de schokkerige introductie en het slot waarin Zombie onnodig en nogal belachelijk koketteert met de "coolheid" van zijn diabolische protagonisten. Het scenario was ook beter geweest als niet om de zin het F-woord had gevallen.
Half geslaagd, maar stukken beter dan deel één. Met geestige knipoogjes voor filmfans, waaronder een leuke cameo van Robert Trebor (Salmoneus uit Xena) als Marx Brothers-deskundige.

Trailer The Devil's Rejects

19 december 2006

Minotaur (2006)

Rutger Hauer, Ingrid Pitt, Tony "Candyman" Todd en de exotische verschijning van Michelle Van Der Water in een moderne hervertelling van de mythe over de Minotaurus. Dat klinkt heel goed op papier en staat mooi op een dvd-hoes, maar trap er niet in. Dit is een tenenkrommend slechte tv-film van het SciFi Channel. Baggerscenario, ADHD-montage (volgens mij zit er niet één shot in dat langer dan 10 seconden duurt), goedkoop, inspiratieloos, vervelend.
Hauer doet het best goed maar hij heeft slechts een piepklein rolletje aan het begin, net als Ingrid Pitt die onherkenbaar als melaatse vrouw niet meer dan een minuutje in de film verschijnt. En Tony Todd is lachwekkend als de koning, maar het wordt 'm dan ook onmogelijk gemaakt iets geloofwaardigs neer te zetten met al die beroerde dialogen. Als je de Minotaurus zelf wilt zien, mag je wel niet met je ogen knipperen want dan is de kans groot dat je 'm mist. Laat deze Minotaur maar lekker in het labyrinth van de ramsjbakken ronddwalen en niet op je beeldscherm.

Trailer Minotaur

10 december 2006

Kiwi

Het animatiefilmpje van Dony Permedi. Daar gaan we vast nog van horen in de toekomst, want het blijft geweldig. Voor wie 'm heeft gemist op YouTube:

09 december 2006

Blackball (2003)

Ook nog bekeken gisteren. Ik heb het er maar druk mee. Blackball is een milde sportkomedie van regisseur Mel Smith over het nationale tijdverdrijf van ingedutte Britse bejaarden: bowls! Nu heb ik zelf in Engeland ook wel eens gebowld bij zo'n club en het conservatisme dat daar en rondom de bowlsvelden heerst (en hier op de hak wordt genomen) is voor mij erg herkenbaar. Het is 'not done' om je als jongeling te begeven op het heilige groen om een potje te ketsen met bowsballen. En dat is nu juist wat Cliff Starkey (Paul "Dennis Pennis" Kaye) doet.
Cliff is een jonge, geniale speler van het badboy-type Liam Gallagher die zich wil plaatsen voor het nationale team om af te rekenen met de Australische bowlsbroertjes die Engeland jarenlang een poepje hebben laten ruiken. Naast Cliffs onaangepaste gedrag levert de promotie van bowls als dé hippe supersport komische momenten op (wel het soort humor dat het best werkt als je een paar biertjes op hebt). Het verhaaltje mag dan flinterdun als een rizlavloeitje zijn en volstrekt niet origineel, maar dat heeft mij niet gestoord. Ook een leuke cast, naast Kay betreden James "Babe" Cromwell, Alice Evans, Bernard Cribbins, komiek Johnny Vegas en Vince Vaughn het strijdtoneel.
Geen dijenkletsende hoogvlieger, maar dat de film destijds door recensenten is afgefakkeld en geflopt aan de kassa vind ik iets overdreven. Zo slecht is Blackball nu ook weer niet. Als je er niet met een kritische bokkenpruik naar gaat kijken, en je houdt van dit soort melige humor, dan kun je jezelf er een aangenaam anderhalf uurtje mee bezorgen. Let's rock 'n bowl! :)

Trailer Blackball

My Neighbour Totoro (1988)

Awww... dit is fabeltastisch schattig! Wat een ontzettend lieve, leuke en mooie film van de Japanse animatiemeester Hayao Miyazaki. Ik heb nog niet alle films gezien van Studio Ghibli, maar Totoro staat met stip op nummer een.
Het verhaal is heel simpel gehouden: Satsuki en haar zusje Mei verhuizen met hun vader naar het platteland en verkennen daar de wondere wereld van de natuur en de "boomgeest" Totoro. Alles is nieuw en wonderbaarlijk. Dat levert een reeks prachtige en fantasierijke scènes op: de ontdekking van Totoro in de grote holle boom, de dolle vreugde van Totoro als er regendruppels op zijn paraplu kletteren, het nachtelijk ritueel dat een enorme boom uit de grond laat schieten et cetera. Allemaal schitterend. Totoro laat je zo'n 86 minuten lang met verbaasde kinderogen rondkoekeloeren.
De film mist gelukkig de hectiek van sommige andere Ghibli's en dat vond ik zelf een zeer groot pluspunt. Alles is doordrenkt van de rust op het platteland en de schoonheid van de natuur. Er wordt ruim de tijd genomen, zoals in de parapluscène. En het blijft mooi om natuurelementen, zoals de wind, tot leven te zien komen in de fantasie (of toch niet?) van de zusjes. Als je na het zien van Totoro uit je sokken wordt geblazen door een windvlaag, kun je je afvragen of het niet toch een langszoefende kattenbus is geweest. :)
Het is duidelijk: ik vond het onmogelijk om niet verliefd te worden op dit betoverend droomsprookje. Totoro zou wel eens de allerbeste van Miyazaki kunnen zijn.

De bioindustrie slaat terug

De bioindustrie voelt de bui nu eindelijk hangen. Gisteren in P&W mocht CDA-kamerlid Annie Schreijer-Pierik spreken namens de boerenparochie, maar ergens klinkt het ongeloofwaardig dat je van alles doet om dierenwelzijn te bevorderen als je er tegelijk prat op gaat dat je 100 biggetjes per uur kan castreren. Onverdoofd uiteraard, want een prik zou nog wel eens meer pijn kunnen doen dan wanneer je ballen erafsnijdt met een mes. Met dit soort Boerin Koekoek-argumenten zullen de intensieve veehouders niet ver komen. En dan nu willen ze een platform ter bestrijding van de Partij voor de Dieren. Ter bestrijding van een democratisch gekozen partij? Het moet niet gekker worden.

07 december 2006

Evilenko (2004)

Malcolm McDowell heeft al meerdere personages gespeeld die je niet graag in een donker steegje wilt tegenkomen. Zo ook in Evilenko. Wat ultraviolence betreft, steekt Andrei Evilenko Alex uit A Clockwork Orange vijftigtal malen naar de kroon, want de film is gebaseerd op het boek The Communist Who Ate Children van David Grieco (die ook deze film regisseerde). En dat boek was gebaseerd op de beruchtste Sovjet-seriemoordenaar: Andrei Chikatilo, het monster van Rostov.
In Evilenko kruipt Malcolm dus in de huid van die gruwelgriezel en hij zet daarmee een van zijn meest fascinerende vertolkingen neer uit de laatste jaren, want helaas komt het niet vaak meer voor dat McDowell indruk kan maken in zijn talloze B-rollen. Hier wel, en dat is de voornaamste reden waarom de film de moeite waard is. Gelukkig onthoudt Evilenko zich ook van het exploiteren van de moorden zoals je regelmatig ziet bij dit soort prenten over seriemoordenaars. Dat is een pluspunt in dit beheerste, vakkundig gemaakte psychodrama waar suggestie heeft geprevaleerd boven het expliciet tonen van het geweld. Een minpunt is dat de beweegredenen van Andrei Evilenko niet echt duidelijk worden. Moordt en kannibaalt Evilenko omdat hij impotent is? Of is het een extreme reactie op de teloorgang van zijn communistische wereld? Of heeft het te maken met de vader die hem in de steek heeft gelaten? Of heeft dit soort gekken helemaal geen redenen nodig?
Naast McDowell is een goede bijrol weggelegd voor Marton Csokas als Lesiev, de rechercheur die Evilenko moet opsporen. Acteur Csokas is inmiddels ook een oude bekende: hij speelde Borias in de serie Xena en later Celeborn in Lord of the Rings. Ook vermeldenswaardig: de sfeerverhogende muziek van Angelo Badalamenti.

Beowulf & Grendel (2005)

Een goede filmbewerking van het Oud-Engelse epos over Beowulf die strijd levert tegen "de trol" Grendel. De IJslandse regisseur Sturla Gunnarsson laat vooral de weidse, woeste landschappen spreken en zoekt de spanning in het verhaal. Zo'n onopgesmukte stijl werkt uitstekend en het is een verademing te midden van alle door CGI overvoerde spektakelstukken. Grendel is hier ook geen afzichtelijk monster maar een verwilderde, uit de kluiten gewassen boom van een kerel die wraak wil nemen op koning Hrothgar die Grendels vader heeft vermoord. Die vertelling blijft in Beowulf & Grendel sterk overeind zonder overbodige kermisattracties.

Trailer Beowulf & Grendel

05 december 2006

Karaoke!

Bij Veronica is december muziekmaand met karaokefilms op televisie. Ik wil ook karaokeejen op mijn blog! :)

04 december 2006

Fu Manchu (1968/1969)

Voor vijf euro gekocht: The Fu Manchu DVD Double. Wat staat erop? De twee laatste films uit de Fu Manchu-reeks met Christopher Lee als de snode Chinese superschurk Fu Manchu. Het zijn allebei pulpwerkjes van regisseur Jesus Franco, vooral bekend van Eurotica als Vampyros Lesbos, dus het was niet te verwachten dat het hoogstaande filmbewerkingen zouden zijn van de romans van Sax Rohmer.
In The Blood of Fu Manchu (1968) probeert het gele gevaar Fu de wereld op de knieën te dwingen met een dodelijk gif en stuurt als voorproefje 10 femme fatales op pad om zijn 10 grootste vijanden te doden met een kus des doods. Helaas leidt dat niet tot een kolderieke actiefilm à la Dr Goldfoot & The Girl Bombs. Veel gehak op locatie in de bossen van Brazilië, terwijl de interieurs in Spanje zijn opgenomen. Wie de ogen openhoudt, ziet Bondgirl Shirley Eaton (Goldfinger) langskomen.
Het laatste deel, The Castle of Fu Manchu (1969), is beter en vermakelijker dan Blood. Ditmaal heeft Fu de beschikking over kristallen die water omvormen tot ijsklompen en keldert hij in de tropen een cruiseschip met een ijsberg. Opnieuw siddert en beeft de wereld als Fu de mondiale waterhuishouding naar de ratsmodee dreigt te helpen. Producent Harry Allan Towers maakt in Castle handig gebruik van archiefmateriaal en de locatieopnamen in Turkije voegen meer glans toe aan de low-budgetproductie. Best geinig. Ook leuk om de zwoeler dan zwoele Rosalba Neri (La Figlia di Frankenstein) te zien als knokbazin in mannenkostuum. Ach ja...
Voor die vijf euro heb ik me opperbest vermaakt met deze twee rommelige schurkfilms. Het blijft toch aardig om Christopher in Chinese pyama zijn sinistere beentje voor te zien zetten. De mooie dochter van Fu Manchu wordt in beide films overigens gespeeld door Tsai Chin, die momenteel in Casino Royale (2006) als Madame Wu valt te bewonderen.

Bee Season (2005)

Naar aanleiding van de trailer dacht ik: weer eens zo'n heerlijke feelgoodmovie over een gezin met een dochtertje dat onwijs goed kan spellen. Meer niet. Maar Bee Season is veel gelaagder, deels ook grimmiger, en daardoor beter dan ik had verwacht. Een familiedrama dat met het kwartier zwaarder gaat rusten op de joodse mystieke traditie.
Het begint wél met een ogenschijnlijk doorsneegezin, hoewel je al snel merkt dat de gezinsleden langs elkaar heen leven en uiteendrijven. Ergens voel je de kilte en leegte. De vader (mooie rol van Richard Gere) is hoogleraar theologie en raakt nogal geobsedeerd door het joodse concept van 'tikkun olam', het 'herstel van de wereld'. De wereld met het goddelijke licht is versplinterd geraakt en het is ieders taak de scherven bijeen te zoeken om alles weer heel te maken en in contact te komen met het goddelijke. Dochterlief heeft de uitzonderlijke gave om woorden te zien (resulterend in charmante SFX, zoals een origamivogeltje) en de vader wil zijn dochters gave uiteindelijk kabbalistisch benutten. Vanaf dat moment krijgt de film zelfs een dreigende lading, want zo'n meisje inwijden in dergelijke mystiek kan gevaarlijk worden. Daarnaast vormt de moeder, die als kind haar ouders heeft verloren bij een auto-ongeluk en zich steeds vreemder gaat gedragen naarmate de film vordert, een schrijnende zijlijn binnen het verhaal. De wijze waarop ze haar versplinterde leven (heel mooi geïllustreerd met een kaleidoscoop) hoopt te herstellen vond ik erg verrassend en het is om tranen van in je ogen te krijgen.
Bee Season gaat dus niet alleen over een meisje dat meedoet aan spellingswedstrijden, dat is slechts de vernislaag, het gaat over 'tikkun olam', de kracht van woorden en het bijeenrapen van de scherven van gebroken levens. Verrassend, lichtelijk ontroerend en toch ook inspirerend.

Trailer Bee Season

Paingod and Other Delusions

Paingod and Other Delusions, Harlan Ellison. (1965 / E-reads editie 1999, 156 blz)

Eindelijk een verhalenbundel op de kop weten te tikken van de gelauwerde genreschrijver Ellison, want veel werk van hem is niet langer verkrijgbaar (al komt er een peperdure exclusieve uitgave met al zijn schrijfsels). Paingod bevat acht verhalen rondom het thema pijn. Al moet je die pijn in sommige verhalen met een lantaarntje zoeken, maar goed...
Kwaliteit van de verhalen is prima, hoewel een aantal (Paingod, Bright Eyes, Sleeping Dogs) nogal schetsmatig is en meer een gevoel of glimp van een andere wereld overbrengt. De uitblinkers in de bundel zijn The Crackpots (over een getto met geniale uitvinders die zich als gekken voordoen), The Discarded (over mutanten in ballingschap in een quarantaineschip) en Wanted In Surgery (over de opkomst van robotchirurgen).
Al blijft het mooiste verhaal toch het met een Hugo en Nebula Award onderscheiden "Repent, Harlequin!" Said the Ticktockman over een superbureaucratie waarin de Ticktockman te laat komen beboet door het aantal minuten en seconden van je levensduur af te trekken. Harlequin komt in opstand en weet op originele wijze de tijdschema's in de war te schoppen. Onder meer door met een vliegmasjien de stad te bombarderen met 'jelly beans'.
Een leuke bundel, hier en daar wel verouderd (enkele verhalen stammen al uit de jaren vijftig van de vorige eeuw), maar over het geheel genomen aangenaam leesvoer.

01 december 2006

Verlanglijstje

Schoentjes zetten, de stro en wortel voor het paard niet vergeten, lollige gedichtjes schrijven en surprises maken, en dan moet je ook nog een verlanglijstje bedenken. Sinterklaastijd is stressen. Ik vier dit jaar geen Sinterklaas - afgezien van het opknagen van chocoladeletters en peperbollen - maar ik ben de beroerdste niet, dus ter inspiratie voor alle blogleeskindertjes Kelvins verlanglijstje.

29 november 2006

Underworld: Evolution (2006)

Kate Beckinsale wurmde zich opnieuw in haar latex stoeipakje voor het vervolg van Underworld. Net als het begindeel niet veel meer dan een tijgernootjesfilm, of in dit geval weerwolfnootjesfilm, voor de lekkere trek. In UE gaat oervampier Marcus op zoek naar zijn ingetombde tweelingbroer en oerweerwolf William. Terug dus naar de oorsprong van de eeuwenoude strijd tussen de clans der Death Dealers en Lycans. Het is de taak van vampierin Selene (Beckinsale) om de bevrijding van William te voorkomen.
Amusante, redelijk geslaagde snack, met een leuke bijrol van Sir Derek Jacobi als "de Abraham" van alle vampiers en weerwolven. Waarom dit deel in Europa nu meteen is verbannen naar de dvd-schappen en geen bioscooprelease heeft gekregen? Zo veel minder dan Underworld vond ik 'm niet. Een huurtipje voor iedereen die het eerste deel vermakelijk vond, want dit is meer van hetzelfde en dat is ook de functie van sequels.

Trailer Underworld: Evolution

27 november 2006

Oehoeboeroe formateur?

Hahaha. Ik moest vanochtend erg lachen om dat voorstel van een Haagse journalist in de Volkskrant voor een tweede informateur namens de Partij voor de Dieren:
"Marianne Thieme moet gewoon een gezaghebbend dier voordragen als tweede informateur. Zou Oehoeboeroe een goeie match zijn met Rein Jan Hoekstra? Of moeten we gezien de complexe verkiezingsuitslag eerder denken aan een oplossingsgerichte figuur als Tom Poes?"
Oehoeboeroe op verkenningsgesprek bij Wouter de Boskabouter. Ik zie het al helemaal voor me. :)

25 november 2006

Paradise Now (2005)

De eerste Palestijnse film die werd genomineerd voor een Oscar voor Beste Buitenlandse Film. Ik kan me herinneren dat dat tot controverse heeft geleid in de VS, maar de tegenstanders zullen waarschijnlijk nooit de film hebben gezien want daarin wordt geen stelling genomen voor of tegen Israël. Het toont wel op zeer krachtige wijze de mentale en morele gevolgen van de Israëlische bezetting voor de Palestijnse bevolking, vooral het gevoel van ontmenselijking.
Paradise Now gaat over twee Palestijnse vrienden die uit machteloosheid een laatste verzetsdaad willen plegen met een zelfmoordaanslag in Israël. Regisseur Hany Abu-Assad heeft hun twijfels, hoop en angsten op sublieme thrillerachtige wijze vastgelegd. Virtuoos uitgevoerd met geweldige hoofdrollen van Kais Nashif als Saïd en Ali Suliman als Khaled. Toch wel de beste film over het menselijk gezicht achter terrorisme die ik heb gezien sinds The Terrorist van Santosh Sivan. Echt een aanrader.

Trailer Paradise Now

24 november 2006

Walk the Line (2005)

Voor mijn huur-dvd's ben ik een beetje afhankelijk van welke titels MovieMile nu weer stuurt van mijn wenslijstje. Blijft altijd een verrassing. Gisteren was het de beurt aan de biopic over Johnny Cash met Joaquin Phoenix. Ik heb eerlijk gezegd nooit veel gehad met de muziek van Cash. Ik ken het nummer Ring of Fire, de gevangenisplaat en dan houdt het wel zo'n beetje op... Niettemin een film die ruim twee uur boeit, vooral door de goede rol van Phoenix en Reece Witherspoon als June Carter. Het verhaal is natuurlijk behoorlijk cliché geworden (seks, drugs & country 'n roll) en ook filmisch gezien haalt Walk the Line het niet bij een eerdere biopic als Ray over Ray Charles. WtL drukt te vaak precies op de juiste knopjes op het juiste moment. Dat werkt wel, maar ik vond het daardoor minder inspirerend verteld dan bij Ray. Al speelt ongetwijfeld mee dat ik meer heb met de soul van Charles. Wel leuk om de cover van Dylans It ain't me babe te horen. Meteen een van de beste nummers in de film. ;)

Trailer Walk the Line

Een wereldprimeur

Jaja, nu de tomatensoep van de SP en het kopje koffie (met veel melk uiteraard, niet al te zwart) van Geertje na de verkiezingen zijn genuttigd en ze vandaag bij Bea moeten verschijnen, verkeer ik nog altijd in een roes over de twee zetels van de partij voor de beestjes. Dat moet je me maar niet kwalijk nemen, maar ook de Volkskrant kopt vandaag: Wereldprimeur in Haags parlement. De eerste landelijke partij ter wereld die specifiek is gericht op dierenwelzijn. Ik hoorde de man achter het Kieskompas in Casa Luna nog schamperen over de partij (het is dus niet per ongeluk dat de PvdD was vergeten bij Kieskompas) omdat er zo veel dingen belangrijk zijn en dan ga je je een beetje druk maken over dierenwelzijn. Zulke reacties hoor je vaker, maar ik was het roerend met Marianne eens in het smurfendebat: als je niet eens mededogen kunt opbrengen voor de 500 miljoen dieren die alleen al in Nederland elk jaar over de kling worden gejaagd, hoe kun je dan oog hebben voor de andere zwakkeren in een samenleving? Het zal wel niet voor niets zijn dat sociale partijen ook de diervriendelijkste partijen zijn.
Als Jan en JP nu eens als verantwoordelijke kerels gaan onderhandelen, moet zo'n coalitie toch ook niet onmogelijk zijn. Gisteren bij P&W schonk de tovenaar van Oss voorzichtig al water bij de wijn van het CDA. Als het CDA na hun avonturen met de VVD nu eens terugkeert naar hun sociaal-christelijke profiel zou het verkoopbaar moeten zijn aan de achterban van beide partijen. We wachten af hoe machtsdronken beide heren de onderhandelingen in gaan, maar ik ben in elk geval blij dat er een diervriendelijke kamermeerderheid is ontstaan. Hopelijk betaalt zich dat uit in een socialer beleid voor dier en mens.

22 november 2006

Dierendag!

Het is woensdag 22 november. De dag waarop Wouter Bos met een ongeldige stemkaart op het stembureau komt en Marianne Thieme in de Tweede Kamer. Ik ben Kees van Koo... o, nee... Gert-Jan Kramer en ik stem Partij voor de Dieren punt NL. :)

19 november 2006

Oasis (2002)

"In essentie is de liefde een fantasie die gedeeld wordt door twee mensen," aldus Zuid-Koreaanse regisseur Lee Chang-Dong. In 2002 draaide hij Oasis over de onwaarschijnlijke liefde tussen de sociale misfit Jong-du "de generaal" Hong (Sol Kyung-gu) en het spastische meisje Gong-ju "de prinses" Han (Moon So-ri). Jong-du heeft in de gevangenis gezeten omdat hij dronken achter het stuur een straatveger zou hebben doodgereden. Na zijn vrijlating zoekt hij uit wroeging de familie van het slachtoffer op en raakt gefascineerd door Gong-ju, de zwaar gehandicapte dochter van de overleden straatveger. Ze wordt door haar naaste familie vooral beschouwd als een last en aan haar lot overgelaten. Jong-Du ziet de vrouw achter de handicap en zo ontspint zich een relatie die niet wordt begrepen door de buitenwereld.
Oasis is allesbehalve een suikerig tranendal en weet op zeer creatieve wijze om te gaan met verwachtingen en vooroordelen. Lichtelijk ontwrichtend, magnifieke hoofdrollen, ijzersterke opbouw en een aantal wonderschone magisch-realistische scènes waarin we de verliefdheid tussen Jong-du en Gong-ju door hun ogen beleven. Een van de mooiste films die in de laatste vijf jaar uit Zuid-Korea is gekomen.

17 november 2006

Crimson Gold (2003)

De filmposter doet een misdaadthriller vermoeden, en hoewel deze film van de Iraanse regisseur Jafar Panahi begint en eindigt met dezelfde overval op een juwelierszaak vormen die scènes niet meer dan de omslag voor het uitzichtloze bestaan van pizzakoerier Hussein (Hossain Emadeddin) in Teheran. Als veteraan van de Iraaks-Iraanse oorlog, die in Iran werden verguisd en vergeten, poogt Hussein nog iets van een tweede leven op te bouwen. Hij wil huwen met de zus van vriend Ali (Kamyar Sheisi) maar bij het uitzoeken van verlovingssieraden ziet de juwelier hem eerst niet staan en legt daarna fijntjes uit dat hij maar beter naar de bazaar kan gaan. Overal waar Hussein op zijn pizzaronde komt, wordt hij geconfronteerd met de kloof tussen zijn armoede en de rijkdom van anderen. Tot het moment waarop hij terugslaat...
Crimson Gold is de Iraanse Taxi Driver genoemd, zij het op een pizzabrommer. Niet zozeer een verhalende film, meer een neo-realistische observatie waarbij Hussein de in stilte wanhopende onderklasse in Teheran vertegenwoordigt. De tegenstelling tussen arm en rijk wordt schrijnend duidelijk als we aan het eind van de film van Husseins krotappartementje terechtkomen in een opulent penthouse uitkijkend over de stad. Soms doet de film aan als roadmovie in het grauwe stadslandschap van Teheran, soms is het een minimalistisch gedraaid pamflet tegen de Iraanse autoriteiten die individuele vrijheden beperken (zoals de dertig minuten durende scène waarin we met Hussein moeten wachten tot de politie een aantal fuifende jongeren een voor een heeft opgepakt). Maar de verlorenheid van mensen als Hussein wordt in Crimson Gold vooral in de details uitgespeeld, zoals het schurende geluid van Husseins jas zodra hij van de pizzabrommer stapt en zich als individu in de samenleving moet bewegen, of de paar losse flodders van bankbiljetten die een oude legerkameraad hem toestopt om van hem af te zijn. Zo groeit de film bijna ongemerkt uit van een boeiend inkijkje in het Teheraanse leven tot een krachtig beeld van de keerzijde van de Iraanse staatsmedaille.
Op de dvd van Total Film staat een interview met regisseur Panahi dat een welkome aanvulling vormt bij de film en waarin hij iets meer ingaat op de Iraanse censuur. Panahi heeft zich echter weinig hoeven aantrekken van die censuur, want het stond eigenlijk al van te voren vast dat Crimson Gold in Iran niet vertoond zou mogen worden. Buiten Iran werd de film veelvuldig bekroond op filmfestivals, zoals in 2003 met de juryprijs Un Certain Regard in Cannes.

11 november 2006

Animal Farm

Nog maar 11 dagen te gaan tot de verkiezingen. De PvdD is in de peilingen opgeklommen naar 2 zetels, dus dat gaat de goede kant op. We zijn al even groot als D66. :) Op de site van de PvdD staan al enige tijd allerlei filmpjes en gisteren is daar de hilarische vleesreportage van Van Kooten & De Bie uit 1988 bij gekomen. Het wrange is dat die sketch nog altijd pijnlijk actueel is en er weinig is veranderd. We zijn inmiddels wel bijna 20 jaar verder en je zou je kunnen afvragen hoe lang het nog duurt voordat kiezers zich het Haagse slaapzand uit de ogen wrijven. Hopelijk niet nog eens 20 jaar.
Ik moet zelf bij de onderstaande TV-spot van de PvdD over varkens onbewust denken aan die beroemde zin in Animal Farm van George Orwell: "All animals are created equal, but some are more equal than others." Hoe zou dat komen? Het fragment komt overigens uit de bekroonde Oostenrijkse documentaire Unser täglich Brot. Net als bij de andere TV-spots.

10 november 2006

De mediastrijd der titaantjes

Bos versus Balkenende! Ik word inmiddels nogal moe van Wouter Bos. Vandaag staat op de voorpagina van de Volkskrant dat ie niet met de VVD wil regeren, terwijl hij eerder die dag zijn voorkeur had uitgesproken voor een coalitie PvdA, VVD en GroenLinks. Dat was schijnbaar bedoeld als grap, maar zo kwam het niet over. Wat humor betreft heeft Jan-Peter al glansrijk gewonnen van Wouter. Gisteren kwam, zag en overwon de premier bij Matthijs en Giel in De Wereld Draait Door. Dat belooft nog wat voor zijn gastredacteurschap bij RTL Boulevard op 16 november. Je zou toch bijna wensen dat onze premier na 22 november die Tweede Kamer gewoon inwisselt voor Hillywood.
Bos was eerder deze week te zien bij Katja vs de rest, en hoe graag hij zich ook wil presenteren als innemende kandidaat-premier, ik blijf toch een streber zien die zich verbeten in de strijd werpt. Als hij verliest lacht hij bovendien als een boer met kiespijn. Dat JP de kant van Katja koos om Wouter flink te laten verliezen getuigde ook al van de komische inslag van de premier, net als het gestuntel met Katja's spandoek dat hij met haar bij het Torentje moest ophangen. Als ik puur op poppetjes zou kiezen, kan ik niet anders constateren dan dat mijn sympathie ligt bij Balkenende. Helaas voor het CDA stem ik niet op poppetjes.

06 november 2006

Mijn vrijheid

Mijn vrijheid, Ayaan Hirsi Ali. (2006, uitgeverij Augustus, 448 blz.)

Er was eerder dit jaar veel te doen rond Ayaan. We hebben het op de voet kunnen volgen in de media, en dat maakt het laatste deel van deze autobiografie minder boeiend dan het eerste deel over haar jeugd in Afrika. Dat is onbekender terrein en het Afrika-gedeelte is het indrukwekkende verhaal over een meisje dat opgroeit in de 'mentale kooi', zoals Ayaan het noemt, van de islam zoals die wordt uitgedragen door organisaties als de Moslimbroederschap en waar je als vrouw weinig anders mag doen dan de man gehoorzamen. De beschrijving van Ayaans worsteling met die islam is fascinerend omdat er weinig boeken zijn van ex-moslima's die hun geloof zo kritisch durven te benaderen. Al snel blijkt ook wel dat er toch vele gradaties zijn in islambeleving. Zo houdt haar oma vast aan de oude volkscultuur die vrouwenbesnijdenis voorschrijft (dit alles om de maagdelijkheid van de vrouw te bewaken, daar staat of valt de eer van de familie en clan mee). Haar vader is daar moderner in en had de besnijdenis van zijn dochters verboden. Naast al die islamitische cultuurtradities, zoals het dragen van een alles bedekkende jilbab, de uithuwelijkingen et cetera geeft Ayaan in dat eerste gedeelte ook een uitvoerig beeld van de Somalische clancultuur die haar zelfs na haar vlucht naar Nederland weet te bereiken in het asielzoekerscentrum. Het Nederland-gedeelte is vooral in het begin interessant door Ayaans verwondering over zo'n goddeloos land dat zonder Allah toch goed lijkt te functioneren.
Mijn probleem met Ayaans benadering van misstanden binnen de islamitische cultuur komt tijdens het lezen toch weer naar boven na haar bekering. Ze is naar mijn mening te vaak ongenuanceerd en scheert moslims te veel over één kam. Ze heeft het soms over "de islam" terwijl ze dan in mijn ogen eerder de cultuurtradities bedoelt waar zij zo onder te lijden heeft gehad. Hoor ik dan tot de naïeve westerlingen die denken dat de islam een geloof is van vrede? Zo zwart-wit zou ik het niet willen stellen want elke religie kan ten goede of ten kwade worden gekeerd. Maar Ayaan legt toch heel vaak de nadruk op het zwaard van de islam en dat vind ik onterecht. Ik ben geen korangeleerde, maar na het nodige gelezen te hebben (zoals het uitmuntende Mohammed van Karen Armstrong) heb ik niet de indruk dat de islam een oorlogszuchtig geloof is dat erop uit is alle ongelovigen maar de kop af te hakken. Dat zijn angstvisioenen die je evengoed uit de bijbel zou kunnen abstraheren. Al begrijp ik Ayaans visie na het lezen van haar autobiografie veel beter en deel ook wel haar grootste zorg dat 'vrouwen binnen de islam worden onderdrukt'. Het is goed dat die misstanden onder de aandacht worden gebracht, maar zoals de Fransen zeggen: "C'est le ton qui fait la musique." De toonzetting van Ayaans muziek laat ik graag aan haar over, maar ik denk dat je je doel voorbijschiet als je met harde trompetstoten uithaalt tegen het geloof van dezelfde moslima's waar je je zorgen over maakt.
Overigens is het vrij bizar om te lezen hoe de veiligheidsdienst Ayaan na de moord op Theo van Gogh van hot naar her heeft gesleept en hoe zij een tijdlang moest doorbrengen in een of ander smoezelig motelletje op een industrieterrein ergens in de Verenigde Staten. Zelfs Ayaan schrijft dat ze al die maatregelen een overspannen reactie vond. Zo belandde ze van een mentale in een fysieke kooi.
Al met al zeer de moeite van het lezen waard. Het wist mij te ontroeren (zoals de ziekte en dood van haar zusje en ook hoe mededogend ze schrijft over haar moeder die bij voortduring sloeg uit onmacht); het wist mij te schokken (met name de expliciete beschrijving van de besnijdenis); en het wist mij ook te verbazen (zoals de clancultuur die allesbepalend blijkt in het leven). Een bijzondere autobiografie van een jonge vrouw met wie ik verschil van mening qua benadering van de islam, maar voor wie ik toch de nodige bewondering heb gekregen.

26 oktober 2006

Kieskompas

Naast de stemwijzer is er nu ook het kieskompas. Ik hoorde vanochtend de makers op radio 1 uiteraard zeggen dat die beter was, maar het kompas geeft eerder een indicatie van je politieke kleur dan een stemadvies. Meteen een knoeperd van een slordigheid: de PvdD bestaat niet voor de samenstellers. Hoe dan ook, volgens het kompas sta ik het dichtst bij de PvdA en ben ik het verst verwijderd van Wilders.

25 oktober 2006

AH-halal

Na de maandaguitzending van consumentenprogramma RADAR is Albert Heijn overspoeld met protestmails omdat de grootgrutter sinds vorige week in 48 vestigingen halal-vlees verkoopt en een AH-medewerker wist te vertellen dat overtollig halal-vlees nogal eens belandt in de schappen met vlees voor niet-moslimklanten. AH ontkent dat laatste overigens, maar voor veel consumenten is het geen fijne gedachte dat je wellicht toch een ritueel (en daardoor onverdoofd) geslacht dier op je bord krijgt. Volgens de Nederlandse wet horen dieren bedwelmd te worden alvorens te worden geslacht, maar voor halal-vlees is een uitzondering gemaakt op grond van godsdienstvrijheid. Dat is vreemd omdat de rituele slachting van dieren volgens de Koran geen religieuze verplichting is, dus maakt de Nederlandse wet in feite een uitzondering op grond van traditievrijheid.
Dat er moslims zijn die uit vrije keuze vlees eten, en dat dat halal moet zijn, vind ik één ding. Het is twee als een grootgrutter en masse "rein vlees" wil gaan verkopen om een graantje mee te pikken van de moslimmarkt. Als moslim zou je je ook kunnen afvragen of AH wel zo halal is, want als het massaal op de markt moet worden gebracht zal wel eens de hand worden gelicht met de vele regels die in de islam verbonden zijn aan zo'n rituele slachting. Op de website van het Centrum voor Islam in Europa staat een interessant artikel over dierenrechten in de islam, met ook de voorschriften behorend bij het ritueel van de slacht. Al lijkt het mij mededogender het onverdoofd slachten van dieren los te laten, en het hoort al helemaal niet uit winstoogmerk te worden beoefend door Albert Heijn.

15 oktober 2006

Three Burials (2005)

Na al dat geacteer debuteerde Tommy Lee Jones als regisseur met The Three Burials of Melquiades Estrada. Het is een sterke moderne western geworden over Texas-rancher Pete Perkins (Jones) die aan Mexicaans maatje Melquiades (Julio Cedillo) belooft hem na de dood te zullen begraven in diens geboortedorp in Mexico. Die begrafenistocht komt sneller dan verwacht als Melquiades wordt neergeschoten door een grensbewaker. Sheriff Belmont (een rol van countryzanger Dwight Yoakam) wil de zaak in de doofpot steken, maar daar neemt Pete geen genoegen mee. Hij neemt het recht in eigen hand, ontvoert de dader en begeeft zich te paard, met dode vriend en levende vijand, naar de grens met Mexico.
Jones bewijst met zijn regiedebuut dat er nog altijd leven zit in de western. Mooie rol van Jones zelf als good-old-boy Pete waar je desondanks niet mee moet spotten. Acteur Barry Pepper zet overtuigend de jonge grensbewaker neer die lijdend voorwerp wordt van Pete's wraakoefening. Het strakke scenario knoopt leven en dood van Melquiades kundig aan elkaar, kraakt een kritisch nootje over de behandeling van Mexicaanse illegalen en vindt zelfs nog tijd voor galgenhumor op de juiste momenten. Als oogtoetje zijn er de prachtig in beeld gebrachte landschappen. Laten we hopen dat Jones na Three Burials meer films gaat regisseren, want voor deze eerste creatie neem ik mijn cowboyhoedje af. Giddyup!

Trailer Three Burials

De canon van Nederland

Morgen schijnt die canon van de moederlandsche geschiedenis te verschijnen waar een commissie al tijden op heeft zitten zwoegen. Ben benieuwd of ze door de bomen het bos nog kunnen zien. Op de canonsite staat boven het cirkeldiagram met reacties op de vraag 'hoe gedetailleerd moet de canon zijn?' bv. 'strijd tegen het water' en daarna als concreet voorbeeld de Elizabethsvloed van 1421. Ik zou dan eerder denken aan de Watersnoodramp van 1953, maar ik ben geen historicus.
Het is sowieso nogal onzinnig, zo'n canon. Een canon blijft een lijstje en lijstjes zijn altijd incompleet en betwistbaar. Bovendien schurkt zo'n canon weer aan tegen een stampstudiemethode die je niet op scholieren moet loslaten. Zoiets werkt averechts. Al schijnt het niet best te zijn gesteld met de historische kennis van diezelfde scholieren als je het boekje Hoe de Duitsers dapper standhielden in Vietnam van geschiedenisleraar Oscar Westers mag geloven. Op de Volkskrantsite hebben ze van foute antwoorden van leerlingen een quiz gemaakt.

14 oktober 2006

Een onafwendbaar einde

Nu verkrijgbaar in de boekhandel: de nieuwste van Elizabeth George! Ik heb van "vertaalzus" Marga Blankestijn doorgekregen dat mijn naam verkeerd is gespeld in het colofon. Ik schijn opeens Kamer in plaats van Kramer te heten, dus ik ben meteen in de mailpen gekropen om dat door te geven aan uitgeverij Bruna. Gelukkig staat Marga wel in de correcte geuren en kleuren vermeld in deze zriller. Intussen gaat Mooie Leugens als een tierelier met vrijwel alleen positieve reacties. Ook de NRC vond het een prima schrijfsel en Ungers debuut is inmiddels een leestip bij bol.com.

Slither (2006)

Jack: "You mean... like Martians?"
Bill: "Martians are from Mars."
Jack: "Martian's a general term for space fucker!"
Slither is de eerste grote speelfilm van regisseur James Gunn die eerder werkte voor Troma (Tromeo and Juliet) en dat is te zien aan de hoeveelheid wanstaltige gore en humor die deze vermakelijke mix van horror- en sciencefictionclichés rijk is. We hebben het allemaal eerder gezien: een stadje in the middle of nowhere wordt geplaagd door buitenaardse wezens. In dit geval gaat het om een legertje naaktslakken, die zich nestelen in het brein van lokale inwoners waarna de slakdragers veranderen in zombies. Een vlot gemaakte B-snack die schatplichtig is aan Bodysnatchers. Leuke rollen van Nathan "Firefly" Fillion als de lokale politieagent, Michael Rooker als de slakaanvoerder en vooral Gregg Henry als Jack, de vuilbekkende burgemeester. Geslaagd debuut.

Trailer Slither

09 oktober 2006

Brokeback Mountain

Ik zal een van de laatsten zijn die 'm heeft gezien, maar gisteren is ie alsnog langsgekomen op huur-dvd. Tja, wat moet je nog zeggen over een film waar alles zo'n beetje over is gezegd? Ik bleef na de film onbevredigd achter omdat regisseur Ang Lee te vaak onvoldoende op de huid gaat zitten van de worsteling met homoseksualiteit binnen dat machobolwerk vol cowboys. Vooral in het begin lijkt Lee meer oog te hebben voor mooie landschapjes dan voor de gevoelens van zijn personages en ook narratief laat hij hier en daar een steekje vallen. Brokeback staat of valt met de vraag of je kunt geloven in de passie tussen Ennis Del Mar (Heath Ledger) en Jack Twist (Jake Gyllenhaal). Die vraag moet ik helaas te lang met een 'nee' beantwoorden. Het wordt pas 'ja' wanneer Ennis emotioneel breekt bij de confrontatie met Jack op Brokeback en zijn koele masker van "Marlboro Man" barst, maar dan loopt de film al bijna ten einde. Als er in zo'n laat stadium pas toenadering wordt gezocht tot zo'n diep gevoel van een hoofdpersonage, kun je je toch afvragen waarmee de regisseur je zoet heeft gehouden in de aanloop naar dat moment.

Francesco giullare di Dio

Na een oorlogstrilogie leverde regisseur Roberto Rossellini in 1950 een biografisch werkje af over Franciscus van Assissi. Het is een van de eerste films, geworteld in het neorealisme, die een menselijk beeld geeft van een heilige zonder dweperijen, valse sentimenten of hosannah-exercities. Truffaut noemde het ‘de mooiste film in de wereld’, Pasolini ‘een van de mooiste films uit de Italiaanse cinema’ en voor Scorsese vormde het een inspiratie om in The Last Temptation of Christ (1988) ook Christus een menselijk gezicht te geven.
De dvd uit de Masters of Cinema-reeks bevat de originele Italiaanse versie en begint met Francesco en zijn medebroeders die in de striemende regen over een modderpad huiswaarts keren na een bezoekje aan het Vaticaan, waar de paus toestemming heeft gegeven voor het oprichten van de Franciscaanse orde. Als de Franciscaners na het modderige pad verheugd in de regenplassen springen en het licht doorbreekt, zie je al dat het een bijzondere film wordt. Rossellini wilde de vreugde van het Franciscaanse geloof treffen, en de bevrijding van de ziel voortkomend uit het afzweren van wereldse en materiële zaken, maar de speelsheid van de monniken deed publiek en recensenten de wenkbrauwen fronsen.
Francesco bestaat uit hoofdstukjes (steeds voorafgegaan door tussentitels als ‘Hoe broeder Ginepro terugkwam zonder pij’) en beschrijft louter de alledaagse wederwaardigheden van Francesco (gespeeld door monnik Nazario Gerardi) en diens orde. Zo zien we hoe ze hun onderkomen bouwen en hun soep bereiden, maar ook hoe de monniken als nerveuze tieners eerst hun priesterkruinen netjes bijknippen als er zusters op bezoek komen. Dat is soms erg komisch, maar Francesco is niet bedoeld om een beetje te lachen met Franciscaners; de toon blijft toch altijd respectvol en drijft op hun leefwijze met de natuur en Francesco’s mededogen met een lijdende wereld. Dat levert indringende vignetten op, zoals de wonderschone Felliniaanse scène (Federico was medescenarist) waarin Francesco een melaatse man ontmoet, eindigend met de heilige die zich wenend ter aarde werpt in een nachtelijk veld vol witte bloemen, een spiegelbeeld van de sterrenhemel op het ondermaanse. Het levert zoals gezegd ook komische vignetten op, met name de confrontatie tussen krijgsheer Nicolaio (Aldo Fabrizi, de enige professionele acteur in de film) met broeder Ginepro die de tiran, in een potsierlijk en rammelend harnas, overwint met innerlijke rust en eenvoud. Nicolaio die in zijn veel te grote harnas wordt opgetakeld doet zelfs denken aan de kolder van Monty Python and The Holy Grail.
En dan is er nog de beroemde slotscène waarin Francesco zijn medebroeders rondjes laat draaien tot ze duizelig op de grond vallen om zo de richting te bepalen waar ze heen moeten om de leer te verspreiden. Als Giovanni, simpel van geest, als laatste valt en Francesco hem vraagt waar hij nu heen moet, antwoordt hij niet zoals zijn medebroeders met de naam van een stad of een streek maar met: ‘Naar dat vogeltje op die tak.’ Een gouden moment en een voorbeeld van wat deze film zo geweldig maakt. Laat ik als eindoordeel zelf maar hosannah roepen. ;)

08 oktober 2006

De duivel van Bosch

Vandaag kreeg ik een ietwat vreemd maar geinig cadeau: de Duivel op de Nachtstoel uit de triptiek Tuin der Lusten van schilder Hiëronymus Bosch. De kookpot staat symbool voor het helse vuur en het kruikenschoeisel verwijst naar de drankzucht. Ik ben niet zo'n museumganger en wist eigenlijk niet dat je dit soort "actiefiguurtjes" kon kopen, maar Parastone heeft er nog veel meer in de aanbieding.

07 oktober 2006

Prrrrrrr

Nog een nieuwe poster van de Partij voor de Dieren! De poes heeft het nog netjes gehouden in de stembolletjes van Balkenende en Bos met alleen een pootje kattengrind. ;)

06 oktober 2006

Manderlay

Veel mensen dwepen met die USA-filmtrilogie van Lars von Trier. Manderlay is het tweede deel, Dogville was het eerste. Dogville vond ik ergerlijk pretentieus en die heb ik niet kunnen uitkijken; Manderlay is zo mogelijk nog erger en ging na 10 minuten al de dvd-speler uit. Het is aan mij niet besteed. Wat mensen toch zo fantastisch vinden aan een fletse registratie van een stelletje acteurs in een lege fabriekshal met hier en daar een decorstuk en witte strepen op de vloer? Het heeft met film allemaal niets meer te maken. Waar is toch de Von Trier gebleven van Europa?

02 oktober 2006

Beste film aller tijden

Tijdens de avond van de grote filmquiz op Nederland 3 werd gisteren bekend dat het Nederlands publiek Lord of the Rings de beste film aller tijden vindt. Ik heb erover nagedacht en de beste film aller tijden blijft voor mij voorlopig Pather Panchali van Satyajit Ray. Dus ook bij mij geen Citizen Kane of Potemkin.

01 oktober 2006

Krrish

Krrish van regisseur Rakesh Roshan was dit jaar een van de grootste kaskrakers in India. Het is een vervolg op de eerste SF-film uit Bollywood, Koi Mil Gaya, en dat was een zeer charmante en genietbare bewerking van ET met een snuifje Close Encounters of the Third Kind. Ik had dan ook grote verwachtingen van Krrish, de eerste grote superheldenfilm uit Bollywood waarvoor zelfs de broertjes achter The Matrix werden geraadpleegd. Maar de film kan niet opboksen tegen de hype die rond Krrish is opgebouwd. En dat zeg ik met pijn in het hart, want ik wil het graag geweldig vinden.
Krishna (Hrithik Roshan) is de zoon van Rohit en heeft diens superkrachten geërfd. Rohit kreeg die krachten van de alien Jaddoo in Koi Mil Gaya, en daar was dat erg ontroerend omdat Rohit als volwassen man met het verstand van een kind niet kon begrijpen waarom hij zo anders was en de wereld het op hem had voorzien. In KMG vormde de overdracht van die krachten een symbolische verlichting, maar in Krrish heeft Krishna de superkrachten al vanaf zijn geboorte en is er van een mooie opbouw naar de ontdekking van het potentieel ervan niet echt sprake. Maar goed, de film begint met een snelle montage waarin we Krishna zien opgroeien tot volwassene, en dan denk je: ha, de vaart zit er lekker in! Helaas word je dan vervolgens een uurtje "getrakteerd" op de ontluikende liefdesgevoelens van Krishna voor het stadsmeisje Priya (te hysterisch gespeeld door ex-Miss World Priyanka Chopra), zodat je dat eerste uur eigenlijk versneld kan doorspoelen. Het oogt als een armzalige masalaklucht over een survivaltocht met bizarre geluidseffecten die komisch zijn bedoeld maar mij vooral irriteerden.
Zodra Krishna Priya achterna reist naar Singapore begint het boeiender te worden, dan krijgen we nog steeds komisch bedoelde tussenstukjes, maar vanaf de eerste echte reddingsactie van Krrish in een brandende circustent gaat het de betere kant op. Langzaam komt er richting in het stuurloze scenario (het grote euvel van Krrish: de uiterst omslachtige manier waarop een simpel verhaal wordt verteld) en treedt ook de superschurk aan: Dr Siddhant Arya, gespeeld door Naseeruddin Shah (onder meer bekend van het fantastische Monsoon Wedding). Arya staat op het punt zijn droom te verwerkelijken: een megacomputer die in de toekomst kan kijken. Met zo'n super-PC zal de wereld aan zijn snode voeten liggen. Krrish moet dat zien te voorkomen en dan krijgen we eindelijk waar het bij zo'n blockbuster om draait: de betere en grotere actiescènes, zoals Krrish die te voet Arya's helikopter achtervolgt door Singapore en later ook knokpartijen op z'n Hongkongs. De actie en SFX zien er prima uit, een technische doorbraak voor Bollywood, al is het vaak nog geënsceneerd op B-niveau maar dat mag de pret niet drukken en laten we niet vergeten dat een Indiase blockbuster nog altijd over een fractie van het budget kan beschikken als zijn Hollywood-equivalenten. Zo is het budget van Krrish beraamd op slechts 10,2 miljoen dollar.
Al is Krrish niet geslaagd te noemen als superheldenspektakel, ik heb mij toch erg vermaakt met het laatste gedeelte dat naast de vermakelijke actie gelukkig ook donkerder en intenser inhakt op de kijker dan alles wat eraan voorafgaat. Zo zien we dat toch liever bij superhelden, dus hopelijk zet Krrish 2 die toon voort zonder obligate puberale olijkheden. Al mogen de zang- en dansnummers er van mij in blijven. Als dat gebeurt, is Krrish 2 wellicht echt iets om over te jubelen.

A History of Violence

Een nieuwe David Cronenberg is altijd de moeite van het besnuffelen waard, maar deze thriller uit 2005 is mij toch te rechtlijnig en eigenlijk te clichématig voor een Cronenberg. Viggo Mortensen speelt Tom Stall, de vader in een American-Dreamgezin, die wordt ingehaald door zijn mafiaverleden en wiens ingeslapen burgerleventje overhoop wordt gehaald door de oude vijand John Fogarty (mooie rol van Ed Harris). Mortenson is goed in de hoofdrol en oudgedienden Harris en William Hurt kunnen prima uit de voeten met het ingedut verhaaltje, maar de rest van de cast acteert nogal plichtmatig. Ditmaal ook weinig van de 'body horror' waar Cronenberg een meester in is. Op zich hoeft dat niet erg te zijn, want Spider uit 2002 ontbeerde die horror vrijwel geheel, maar dat werd een pareltje door de prachtrol van Ralph Fiennes. In A History of Violence zitten beslist mooie scènes, vooral de paar in geweld uitmondende confrontaties met Fogarty en Toms broer zijn de moeite waard (en ook het begin- en slotakkoord) maar toch grijpt het je als geheel niet bij de kladden.

30 september 2006

De engelenmaker

De engelenmaker, Stefan Brijs. (2005, uitgeverij Atlas, 430 pag.)

Met De engelenmaker heeft Stefan Brijs een roman geschreven over geloof en wetenschap, en dan vooral het menselijk kwaad dat uit beide kan voortkomen. Het begint als een onheilszwanger mysterieverhaal als dokter Victor Hoppe na 20 jaar terugkeert naar zijn geboortedorp Wolfheim bij het drielandenpunt. Wolfheim is zo’n klassiek gesloten gemeenschap met dorpelingen waar de moderne tijd geen vat op lijkt te krijgen, de kerk neemt een centrale plaats in, en achterklap in de dorpskroeg of geloer achter gordijntjes lijkt voor sommigen een dagtaak te zijn. Die benauwende dorpssfeer waar iedereen iedereen in de gaten houdt, wordt door Brijs fantastisch beschreven. Als Victor Hoppe bij zijn komst dan ook nog drie misvormde kinderen bij zich heeft, is het geroddel in het dorp niet van de lucht. Maar eigenlijk willen de dorpelingen alleen weten wat je als lezer ook wilt weten: wat is er met die kinderen aan de hand?
Na dat mysterieuze begin volgt het middendeel van het boek waarin we teruggaan naar Victors geboorte. Hij wordt geboren met een hazenlip. Victors moeder verstoot hem daardoor bij de geboorte en pastoor Kaisergruber ziet de hazenlip als bewijs dat het kwaad is neergedaald in het kind. Omdat de kleine Victor daarnaast het syndroom van Asperger heeft, belandt hij al snel als “debiel” in het kloostergesticht van de zusters clarissen. En zo ontrolt zich een psychologisch drama waarin medeleven en wreedheid elkaar afwisselen, dit alles meeslepend opgetekend door Brijs, en de wording van Victor Hoppe tot iemand die God als het Kwaad gaat beschouwen (wie laat er immers zijn bloedeigen zoon aan het kruis nagelen? zo vraagt hij zich af). De rest van de roman beschrijft de persoonlijke strijd van Victor tegen het Kwaad en hoe hij God met behulp van de wetenschap het nakijken wil geven. Zijn lijfspreuk: ‘Soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk.’
De engelenmaker is een meesterlijke paginadraaier met een hoop christelijke symboliek, een beetje Mary Shelley, een beetje Hubert Lampo, maar vooral veel Brijs. Een virtuoos geconstrueerd verhaal over een man die zich niet berust in de kaarten die God hem heeft gegeven en in zijn hoofd uitgroeit tot messiaanse proporties. Een aanrader.

Meer Brijs: www.stefanbrijs.be

23 september 2006

Zielen van Napels

Gisteren gezien op huur-dvd: Zielen van Napels, een docufilm uit 2005 van Vincent van Monnikendam over de stad Napels. Ik was geïntrigeerd geraakt door de opzet van de film: Napels laten zien aan de hand van De Zeven Werken van Barmhartigheid van schilder Caravaggio, de Italiaanse meester van het licht en donker, ofwel clair-obscur. Helaas komt van dat oorspronkelijke idee weinig terecht. De volkswijken van Napels, waar het merendeel is gedraaid, komen in de film te voorschijn als een bijna hermetisch afgesloten stadslabyrint waar niet veel behoefte bestaat aan pottenkijkers. Veel luiken blijven gesloten. Van Monnikendam komt niet verder dan losse observaties op straat en nu en dan een kijkje bij iemand thuis. Al die straatobservaties bij elkaar leveren op zich een aardig totaalbeeld op van die Napolitaanse volksbuurten, maar het blijft een vrijblijvende kennismaking en heeft al helemaal niets van doen met die zeven werken van barmhartigheid. De fotografie van Melle van Essen kent fraaie momenten, maar hij wijkt al snel af van de oorspronkelijke bedoeling: de stad registreren in Caravaggio's clair-obscur. De makers slagen er dus niet in hun hoge ambities waar te maken, maar dit beeldportret is wel de moeite waard als je aan de hand van Van Monnikendam alleen wilt rondwandelen in Napels om hier en daar een praatje te maken.

22 september 2006

Ik omhels je met 1000 armen

Ik kwam dit tegen op YouTube: de dans van de bodhisattva met 1000 armen, uitgevoerd door 21 dove meisjes en jongens van het Chinese theatergezelschap voor mensen met een handicap. Indrukwekkend.

Corpse Bride

Helaas worden er bijna geen poppenfilms meer gemaakt, althans niet met de lengte van een speelfilm, dus ik ben altijd blij met filmmakers als Tim Burton die in het CGI-tijdperk de charmante schoonheid van stopmotionwerk blijven uitdragen. En dit is opnieuw een pareltje geworden.
Corpse Bride is een muzikaal griezelsprookje over Victor (stem: Johnny Depp) die in een bos zijn huwelijksbeloften gaat repeteren, de uit de grond stekende skelethand van een begraven meisje aanziet voor een knoestige tak, de trouwring om een vinger schuift en zo per ongeluk een lijk tot echtgenote neemt. Zijn ‘corpse bride’ (Helena Bonham Carter) voert hem mee naar het dodenrijk, terwijl zijn ware verloofde, Victoria (Emily Watson), achterblijft in het land der levenden. Hoewel je je al snel afvraagt wie er eigenlijk leeft, want de onder- en bovenwereld verschillen een dag en nacht: de doden zijn kleurrijk en levenslustig, de levenden zijn grijs, grauw en doods. Een contrast dat heel bevredigend wordt uitgewerkt in het verhaal, met als hoogtepunt het ontroerende Tears To Shed waarin de bruid zich zingend verwondert over het feit dat haar dode hart nog kan breken. Danny Elfman levert bij al dat geanimeerd snoepgoed een soundtrack met ingetogen melancholie, spookachtige tapijtjes die lijken te memoreren aan Krzysztof Komeda, en musicalnummers. Hij zingt zelf als Mr Bonejangles Remains of the Day dat sterk doet denken aan de scatzang van Cab Calloway.
De animators hebben wonderschoon werk afgeleverd en de poppen bewegen zo vloeiend dat ik mij meermaals afvroeg of er toch geen computeranimatie aan te pas was gekomen. Bij de extra’s op de dvd werd duidelijk dat de gelaatsuitdrukkingen zijn bewerkstelligd met verfijnde mechaniekjes in de hoofden van de poppen. Al zijn het vooral de animators die, geïnspireerd door Burtons visie, met bloed, zweet en tranen en oneindig veel geduld de wereld van Corpse Bride leven inblazen, de stemmencast liegt er niet om: naast Depp en Carter zijn met name Albert Finney en Joanne Lumley als de stijfdeftige Everglots een genot voor de gehoorbeentjes, evenals Enn Reitel als de ‘bruidsmade’ met Peter Lorre-accent. Als fan van Doctor Who vond ik het erg leuk Michael Gough te horen als Elder Gutknecht. Gough maakte het in 1966 de eerste Doctor (William Hartnell) lastig als The Celestial Toymaker, dus hij is volledig op zijn plaats in een poppenfilm.
Corpse Bride is een must-see voor animatieliefhebbers, maar iedereen, jong of oud, zal kunnen genieten van dit met liefde vervaardigde sprookje.

19 september 2006

Black

Al een tijdje terug bekeken op dvd, maar ik moet van mezelf deze uitmuntende Bollywood-film alsnog bespreken op mijn blog omdat Black een groter kijkpubliek verdient dan alleen mensen die toevallig geïnteresseerd zijn in Bolly-producties. Allereerst, Black is geen masala. Het genre 'masala' (wat zoiets als 'kruidige mix' betekent) is het eerste waar het gros aan denkt bij de term Bollywood. Tot de masala behoren de commerciële formulefilms met een snufje van dit en een snufje van dat, meestal zang, dans, actie, romantiek en een held die na de nodige obstakels de heldin in de armen sluit. Mooi escapisme, vaak prima uitgevoerd, maar zoals er in Hollywood niet alleen blockbusters vol SFX worden gedraaid, zo draait men in Bollywood niet alleen masala. Black behoort tot de serieuze cinema.
Black is de Indiase bewerking van het levensverhaal van Helen Keller, die doof en blind werd geboren, en hoe het licht van kennis doordrong in de duisternis waarin ze zat opgesloten. In de versie van regisseur Sanjay Leela Bhansali (die vóór Black een geslaagde remake van Devdas maakte) wordt de rol van Keller op geweldige wijze ingevuld door actrice Rani Mukherjee als Michelle. De levende Bollywood-legende Amitabh Bachchan zet een sublieme vertolking neer van de leraar die haar met handpalmgebarentaal naar de verlichtende kennis en daarmee de buitenwereld voert. Als de leraar op hoge leeftijd gaat lijden aan Alzheimer draaien de rollen zich om en probeert de leerlinge haar leraar uit zijn mentale duisternis te halen. Dit klinkt als een tranentrekker van jewelste, en Black is inderdaad zeer ontroerend, maar valt nergens in de valkuil van melodrama door de intens doorleefde vertolkingen en het uitgebalanceerde script dat naast het drama ruimte laat voor de lichte dingen van het bestaan. Zo is er een fantastische scène waarin Michelle meegeniet van een jazzoptreden door haar hand tegen de lippen van de zangeres en duim op haar strottenhoofd te leggen om zodoende alle woorden en vibraties van het nummer te voelen.
Voeg daarbij het schilderachtige camerawerk (bijna elk shot is om in te lijsten) en de imposante art-direction en je krijgt pure cinema. Naast Rani en Amitabh levert de rest van de cast puike acteerprestaties, waarbij ik de negenjarige Ayesha Kapur als de jonge Michelle niet onvermeld kan laten. Dan zie je toch het vakmanschap en vooral de kunst van regisseur Bhansali om het beste uit al zijn acteurs te halen. Kortom, een erg mooie film met een hart dat klopt in de stijl van het klassieke Hollywood toen men de tijd nam om een verhaal over mensen te vertellen. Black is prachtig. Gaat dat zien!

Ter illustratie een van YouTube geplukte scène waarin Michelle een toelatingsgesprek heeft op de universiteit. De scène is veelal in het Engels maar er wordt ook Hindi in gesproken, dus laat ik erbij vertellen dat Michelle de vraag 'hoeveel oceanen zijn er in de wereld?' eerst beantwoordt met: 'Voor mij is elke waterdruppel een oceaan.'

De pestheilige

De pestheilige, Kay MacCauley. Vert. Lucie van Rooijen. (2006, uitgeverij Cargo, 318 pag.)

Ik zag deze historische debuutroman van MacCauley in de boekwinkel liggen en de achterflap beloofde een boeiend verhaal in het Venetië van 1546 over de jongen Marin wiens uiterlijk kan veranderen als reactie op gedachten en gevoelens van anderen. Een kameleon die vooral grote aantrekkingskracht uitoefent op vrouwen die in hem een verloren geliefde herkennen. Naast Marin spelen een aantal andere personages een rol, zoals Alvise die naarstig op zoek gaat naar het levenselixer om zijn lichamelijke verval een halt toe te roepen, en dan is er ook nog de onsterfelijke, zij het in staat van ontbinding verkerende, Lelio die de doden van Venetië ophaalt met een kar. Als Venetië wordt getroffen door een vreemde epidemie waarbij alle slachtoffers een verdrinkingsdood lijken te sterven en straten op onverklaarbare wijze opeens vol liggen met dode vissen en wier, wordt Marin door Venetianen gezien als de incarnatie van de heilige San Barnabo, de pestheilige uit de titel.
Zoals uit het bovenstaande mag blijken, is dit geen gewone historische roman maar eentje met bovennatuurlijke elementen. Dat De pestheilige mij uiteindelijk matig kon boeien ligt niet aan het verhaal en heeft alles te maken met de telegramstijl waarin het geschreven is. De achterflap rept over een zintuiglijke belevenis die gelijkstaat aan Het parfum van Patrick Süskind, maar daar komt weinig van terecht als de "hoofdstukjes" vaak niet meer dan een halve pagina beslaan. De talloze witregels hadden een waarschuwing kunnen zijn dat MacCauley aan het oppervlak blijft rondgondelen en geen diepe duik waagt bij haar debuut. Dat is jammer, want uit de langere passages die meer kopje onder gaan in Marins wonderlijke aandoening blijkt dat De pestheilige de potentie tot meeslepend proza in zich draagt. Nu leest het als een zeer uitvoerige synopsis die nergens tot volle wasdom komt. Het gevolg is dat de personages en de omgeving nooit echt tot leven komen. Een gemiste kans.

Het Reve-college

Op Parool Radio Online geeft Theodor Holman drie colleges over Gerard Reve. De eerste twee colleges staan inmiddels op de site (ook te downloaden als Podcast bij iTunes). Vermakelijk en interessant om te luisteren, hoewel het een vrij rommelige live-registratie vanuit het Parool Theater betreft.

17 september 2006

Miracolo a Milano

Regisseur Vittorio de Sica ken ik vooral van Sciuscia (Shoeshine) en Ladri di Biciclette (Bicycle Thieves) en na de harde realiteit van schoenpoetsers en fietsendieven is het optimisme van Miracolo a Milano uit 1951 wennen.
Toto wordt als baby in een moestuintje gevonden door een oude vrouw die hem opvoedt. Ze leert hem met grote verwonderde ogen naar de wereld te kijken. Na haar dood en een verblijf in een weeshuis, staat Toto dakloos en berooid op straat. Hij sluit vriendschap met een zwerver en belandt bij de sloebers aan de rand van de stad, waar hij hen met zijn geef-nooit-op-mentaliteit weet te inspireren tot de bouw van een "luxueuze" sloppenwijk. Als ze een oliebron ontdekken, ruikt magnaat Mirron geld en dreigt hij de wijk met de grond gelijk te maken, maar op dat moment krijgt Toto hulp van een wensduif die zijn overleden pleegmoeder hem vanuit de hemel aanreikt.
De boodschap "alles wat je droomt kan uitkomen" lijkt bijna haaks te staan op ander werk van De Sica, maar hij begint de film niet voor niets met 'C'era una volta'. Miracolo is een sprookje met operette-achtige inslag, zoals in de onvergetelijke scène waarin de verkleumde zwervers zich over het niemandsland haasten om de warmte van een zonnestraal op te vangen en zingend de kou uit hun botten te huppen. Je zou het ultrapositivisme van Toto kinderlijke naïviteit kunnen noemen, het laat ook weinig tot geen ruimte voor grijstinten, maar niettemin is dit weer een mooie De Sica. Er wordt namelijk erg inventief en komisch omgegaan met het tsjakka-evangelie, waaronder de scène waarin Toto met een delegatie zwervers langsgaat bij het grootkapitaalkantoor van Mirron dat zo gigantisch enorm is dat iedereen in vergelijking tot lilliputterformaat krimpt. Alle mensen zijn immers gelijk, arm of rijk. Aan moraal is in de film geen gebrek.
Naast de absurdistische fantasie verloochende De Sica toch niet zijn neorealistische wortels, want de cast bestaat grotendeels uit echte zwervers. Dat is deel van de charme van dit sprookje dat op het filmfestival van Cannes destijds de grote prijs van de jury kreeg.

Op YouTube vond ik de zonnestraalscène en die kan ik eigenlijk niemand onthouden. Kijk en geniet:

14 september 2006

Xena! Xena! Xena!


Dit stond vandaag op Teletekst:
Dwergplaneet Xena heet nu Eris

De grootste dwergplaneet van het zonnestelsel heeft een officiële naam gekregen. De ijzige rots werd drie jaar geleden ontdekt als 2003 UB313 en kreeg als bijnaam Xena. De naam was afkomstig uit de tv-serie Xena: Warrior Princess. De Internationale Astronomische Unie heeft nu bepaald dat de dwergplaneet Eris moet heten, naar de Griekse godin van de tweedracht.
Zijn die astronoomgasten nu helemaal! Xena zomaar vervangen met een Griekse godin! En hoe moet het nu met de maan van Xena? Blijft die Gabrielle heten? Als megafan van de serie Xena teken ik hierbij protest aan tegen de naamsverandering!

09 september 2006

Open Bobumentendag

In het kader van Open Bobumentendag de clip van Dylans When The Deal Goes Down, afkomstig van zijn nieuwe album Modern Times. Met actrice Scarlett Johansson.

01 september 2006

Kwaidan

Deze week Kwaidan bekeken. Dit Japanse griezelvierluik uit 1964 is in de reeks Masters of Cinema van dvd-label Eureka! in de complete versie van 183 minuten verschenen. Met Kwaidan heeft regisseur Masaki Kobayashi vier Japanse spookverhalen verfilmd die Lafcadio Hearn, een Grieks-Amerikaanse schrijver, had opgetekend tijdens zijn verblijf in het land van de rijzende zon. De verfilming is een oogstrelend meesterwerk geworden waarin uit alles blijkt dat Kobayashi de kijker deelgenoot wil maken van diens liefde voor Japanse kunst.
De verhalen in Kwaidan - The Black Hair, The Woman of the Snow, Hoichi the Earless en In a Cup of Tea - zijn merendeels gesitueerd in enorme studiodecors (de film moest worden gedraaid in een vliegtuighangar), met surrealistische en met de hand geschilderde horizonten. Zo wordt een abstracte wereld geschapen, versterkt door de minimale muziek van Toru Takemitsu die dient ter vervanging van realistische geluiden. Een wereld die zich aan werkelijkheid lijkt te onttrekken, of beter: een in zichzelf opgesloten droomrealiteit.

Van het spookkwartet is het verhaal Hoichi the Earless toch wel mijn favoriet. De blinde monnik Hoichi wordt elke nacht bezocht door de geest van een samoerai die hem beveelt het epos Heiki Monogatari ten gehore te brengen in een paleis bij het klooster. Het paleis blijkt echter het graf te zijn van de gevallenen tijdens de zeeslag bij Dan-no-ura. Als het hoofd van het klooster erachter komt dat Hoichi in de ban van de spooksamoerai verkeert, wordt het lichaam van de monnik ter bescherming beschilderd met de hartsoetra om de vloek te verbreken. Als de geest hem de volgende nacht roept, zal de heilige tekst Hoichi onzichtbaar maken en hoeft hij alleen stil te blijven zitten om niet gevonden te worden. Maar de priesters zijn vergeten Hoichi's oren te beschilderen...

In Kwaidan ontrollen de verhalen zich verstild als zengedichten, waarin zowel de natuurlijke omgeving als de door gevoelens vertroebelde waarneming van die omgeving een grote rol lijkt te spelen. In The Black Hair, waarin een samoerai zijn geliefde verlaat om elders zijn zwaard in dienst te stellen en wordt gekweld door heimwee naar wat hij heeft achtergelaten, zit een mooi voorbeeld van dat samenvallen van natuur en gevoel als het klipklapklop van een galopperend paard in het hoofd van de samoerai ritmisch gezelschap krijgt van het piepende spinnewiel van zijn vroegere geliefde. In Woman of the Snow is de simpele overgang naar kilblauwe belichting genoeg om vanuit het hoofdpersonage een vrouw te zien veranderen in de sneeuwgeest die hij tien jaar eerder heeft ontmoet. Aan het begin van Hoichi zwijgt de oceaan als het graf dat door de monnik wordt bezongen, zodat we de golven zonder geluid tegen de rotsen zien beuken. Zo toont Kwaidan een wereld waarin de (boven)natuurlijke elementen mogelijk niet meer zijn dan rook en spiegels in het bewustzijn van de personages.
Kwaidan zou je filmhuishorror kunnen noemen, of spookfilmkunst. De verhalen zijn niet hartverlammend eng, maar de onwerkelijke sfeer en ook de onderhuidse spanning blijven genadeloos doorsijpelen in gedenkwaardige beelden. Mooi.

30 augustus 2006

Miauw!

Ik ben alweer een tijdje lid van de Partij voor de Dieren en vandaag zag ik op Marianne's weblog de eerste raamposter voor de verkiezingscampagne.

27 augustus 2006

Armies of Hanuman

Ashok K. Bankers meesterlijke hervertelling van de Ramayana in hedendaags proza bereikt in dit vierde boekdeel een voorlopig hoogtepunt wat mij betreft. Dit deel in de zesdelige reeks is iets compacter dan de voorgangers. Dat komt het tempo ten goede zodat alles nóg meeslepender wordt, terwijl Banker oog blijft houden voor de detaillering in zijn levensechte beschrijvingen die je het gevoel geven alsof je als onzichtbare aanwezigheid Rama, Sita en Lakshman op de voet volgt.
Dit belangrijke deel bevat ook de beroemde ontvoering van Sita door Ravana, demonenheer van Lanka, en het moet gezegd: die wordt op adembenemende wijze aan het papier toevertrouwd. Uiteraard wordt in dit deel ook Hanuman geïntroduceerd. De vanar (een aapmens) bespiedt Rama tijdens diens strijd tegen de bloeddorstige rakshasa's (demonen) en raakt ervan overtuigd dat hij de krijger is die de gestolen troon van vanarkoning Sugreeva kan heroveren op diens tirannieke broer. Rama's strijd tegen de rakshasa's levert aan het begin overigens een bloedstollende en wonderbaarlijke 100 blz tellende veldslag op. Alsof je met open mond naar een spektakelfilm zit te kijken.
Het is duidelijk dat Ashok Banker houdt van de mythische figuren uit de Ramayana die hij hier liefdevol en respectvol tot leven wekt, zij het zeker niet zwart-wit want alle personages hebben twijfels en gebreken. Zelfs Rama, die meermaals wordt geplaagd door de innerlijke worsteling tussen plicht en gevoel. Ook demonenheer Ravana is niet puur slecht. En Hanuman wist mij door Bankers onnavolgbare stijl meteen in het hart te raken.
Je zou deze Ramayana-reeks alleen kunnen lezen als briljant neergepende fantasy, maar het is als hervertelling van het zo'n 3000 jaar oude poëtische epos - dat niet alleen behoort tot de wereldliteratuur maar ook een belangwekkende plaats inneemt in religies als het hindoeïsme - tevens een brok Oosterse cultuur.

21 augustus 2006

1001 boeken

Naast 2 boeken over wereldsteden (Los Angeles & Mumbai) heb ik nu ook nog een opdracht liggen voor een deelvertaling van 1001 Books (die je gelezen moet hebben voordat je doodgaat, aldus de volledige titel). Nederlandstalige boeken horen daar toch ook bij: Een vlucht regenwulpen, Terug naar Oegstgeest, Max Havelaar, Het verdriet van België, De ontdekking van de hemel (zucht, ja, wat mij betreft het meest overschatte boek uit de Nederlandse literatuur) en Gimmick van Joost Zwagerman. Gimmick vind ik een opmerkelijke titel. Een mooie opsteker voor Zwagerman dat de Engelse samenstellers vinden dat wij niet kunnen sterven zonder Gimmick gelezen te hebben. En ik heb 'm - nu tot mijn schande! - nog steeds niet gelezen. Helaas kan ik Reve niet terugvinden in het register. Net zomin als W.F. Hermans.

18 augustus 2006

Sunrise


Het gezaghebbende Franse filmtijdschrift Cahiers du cinéma noemde Sunrise uit 1927 'het allergrootste meesterwerk in de filmgeschiedenis'. Of dat zo is, durf ik niet te zeggen, maar dat regisseur F.W. Murnau een meesterwerk heeft afgeleverd is wel duidelijk. Hij werd door Fox uitgenodigd naar de VS te komen om een film te draaien waarbij hij volledige artistieke vrijheid kreeg.
En waar komt Murnau dan mee? Een groots miljoenen verslindend spektakel? Nee. Hij komt met één man en één vrouw, respectievelijk gespeeld door George O'Brien en Janet Gaynor, in een plattelandsdorpje wier huwelijk in een sleur is geraakt. De man laat zich het hoofd op hol brengen door een hedonistische vakantiegangster uit de stad, met wie hij een vurige liefdesaffaire begint, en zij haalt hem over zijn echtgenote te verdrinken zodat de twee samen een nieuw leven kunnen beginnen in de grote stad. Tijdens het boottochtje waarbij de moord moet plaatsgrijpen komt de man echter tot inkeer en volgt een herbevestiging van de liefde tussen twee van elkaar vervreemd geraakte mensen.
Murnau maakt subliem gebruik van de visuele middelen die hem indertijd ter beschikking stonden. Sunrise bevat misschien wel het dramatisch mooiste gebruik van achtergrondprojectie dat ik tot nu heb gezien, om niet te spreken van de dubbelopnamen die krachtig de gemoedstoestand van de personages aanschouwelijk maken. Zoals de intense, en terecht beroemd geworden, scène waarin de man liggend op bed wordt overspoeld door rimpelend water waarin zijn innerlijk verdrinkt bij de gedachte zijn vrouw te moeten doden. Het water keert terug in het slot van Sunrise en lijkt alsnog die verdrinkingsdood te voltrekken als er een storm losbarst terwijl de man en vrouw in hun bootje terugkeren van een dagje in de stad, maar de uitkomst van dat karmische natuurgeweld ga ik hier niet verklappen.
O'Brien speelt de man in het begin van de film met een dreigende Nosferatu/Golemachtige motoriek (naar verluidt stopte Murnau zo veel lood in O'Briens schoenen dat die niet anders kon dan zich zo voortbewegen), maar zodra de betovering van de stadse femme fatale wordt verbroken, verdwijnt die onaardse waas rondom het personage en zet O'Brien hem naturel neer. Opnieuw zo'n geniaal foefje van Murnau dat je bij de eerste kijkbeurt wellicht ontgaat, maar het is iets wat subliminaal doorwerkt in de gevoelscyclus binnen de vertelling.
Als je Sunrise het nu soms melodramatisch aandoende acteerwerk kunt vergeven, zie je een wonderschoon meesterwerk dat het tijdperk van de stomme film afsloot, want zo'n week na de première van Sunrise stond Al Jolson in bioscopen al 'Mammy' te zingen op het witte doek. Is Sunrise het allergrootste meesterwerk in de filmgeschiedenis? Van mij mag het. Er duiken in beste-aller-tijden-lijstjes regelmatig films op die minder aanspraak maken op die titel.

17 augustus 2006

Mooie Leugens (2)

De vertaling van Lisa Ungers debuutthriller ligt vanaf vandaag in de boekhandel. Hoera! Dit is mijn eerste vertaling die zelfs een heuse website heeft opgeleverd: www.mooieleugens.nl Een positieve recensie op Crimezone (4 sterren!) en een positieve op nu.nl (al vindt de recensente het boek een beetje té vrouwelijk, en daar valt misschien iets voor te zeggen hoewel ik die vrouwelijkheid en de persoonlijke toon van Ungers debuut juist een pluspunt vind).

13 augustus 2006

Bèl, bèl!


Vandaag voor mijn 37ste verjaardag het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten cadeau gekregen. Van de A (a'cheel nie!) via de N (neukedeunen), P (peekluts) en de S (spiekerwaeter) naar de Z (zuupdeunat). Zo'n boek waar je urenlang in kan rondneuzen. Lae me noe mà sobbedoppe.

12 augustus 2006

The Machinist

Nog snel iets over de thriller The Machinist die ik gisteren heb gezien. Gaat over een man die al een jaar niet heeft kunnen slapen en inmiddels moeite heeft gekregen realiteit en hallucinatie uit elkaar te houden. Hij is ook graatmager geworden. De machinebankwerker veroorzaakt door die wazige toestand een ongeval op zijn werk waarbij een collega een arm verliest en daarna ontspint zich een Hitchcockiaans plot waarbij niet duidelijk is of de hoofdpersoon is doorgedraaid of enkele collega's wraak op hem willen nemen omdat hij dat ongeval heeft veroorzaakt. Mooie film met kille kleurtonen en een tour de force voor acteur Christian Bale die zich vrijwel uithongerde voor deze rol. Dergelijke method acting doet me altijd denken aan de anekdote over Laurence Olivier die bij het zien van de vreemde capriolen van zo'n method actor droog tegen hem opmerkte: 'Heb je ooit overwogen het te acteren?' Al moet gezegd dat het luciferstoklichaam van Bale visueel bijdraagt aan het gevoel van het personage geen deel meer uit te maken van de wereld om hem heen.

P.S. Ali wees mij er terecht op dat Christian Bale hierin de hoofdrol speelt en niet Christian Slater zoals ik met mijn ziftgeheugen eerst had neergetikt. Heb het in de tekst toch maar ff veranderd, anders staat dat zo slordig. :)

Bellissima


Vanavond Luchino Visconti's vroege meesterwerkje Bellissima uit 1951 bekeken. Prachtige film over een moeder die, in de traditie van het Italiaans neo-realisme, strijdt tegen de armoede en met bijverdiensten als prikzuster haar gezinnetje een iets beter bestaan probeert te geven. Als er bij filmstudio Cinecitta audities worden gehouden voor de rol van een meisje in een speelfilm laat ze haar dochtertje meedoen en raakt verblind door de gouden bergen die de industrie lijkt te beloven. Ze stort zich compleet op de ambitie het dochtertje een glansrijke filmloopbaan te bezorgen en besteedt al haar bijeengeschraapte lires aan acteerles, mooi jurkje, mooi kapsel et cetera voor haar kind. Als bij de screentest blijkt dat de studio het dochtertje niet ziet zitten en het zelfs wordt uitgelachen ('Het lijkt net een dwerg,' luidt een van de commentaren) vallen bij de moeder de schellen van de ogen.
Visconti wilde met Bellissima onder meer een ode brengen aan de actrice Anna Magnani, een icoon uit de Italiaanse cinema, en daarin is hij geslaagd want Magnani is fantastisch als moeder die zich laat meeslepen in de welhaast hysterische draaikolk rondom de schijnwereld van film en bij wie het moederhart breekt en spreekt. Het dochtertje wordt ook onweerstaanbaar neergezet door Tina Apicella (in haar enige filmrol).
Een humoristische en uiteindelijk ontroerende rolprent over ware schoonheid. Niet de kunstmatige en oppervlakkige schoonheid van het beeld (dat hier in de vorm van de filmindustrie met zichtbaar satirisch genoegen door Visconti als een charlatanwereld door de mangel wordt gehaald), maar de schoonheid in de ogen van het liefdevolle hart dat kijkt naar het eigen kind. Dat mag dan stotteren, geen balletpasjes in haar stugge beentjes krijgen en zeer alledaags ogen, maar ze blijft voor een moeder het allermooiste in de wereld. Ongeacht de idealen die in de buitenwereld worden gepromoot.

12 juli 2006

Doctor Who















Gisteren 3 avonturen bekeken van Doctor Who om iets van mijn achterstand in te halen bij de lange DW-kijkmarathon (nadere besprekingen van afzonderlijke afleveringen zijn te vinden in mijn favoriete nieuwsgroep: nl.kunst.sf+fantasy). Allereerst The Masque of Mandragora, een historisch tussendoortje met mooie aankleding, en omdat ik hou van BBC-kostuumdrama's vond ik het al met al een aardig uitje naar Italië aan de vooravond van de verlichting. Vervolgens The Hand of Fear, met Judy Paris als een wel heel bekoorlijke en mysterieuze alienette (zie foto) hoewel deze ep bij fans vooral bekendstaat door het afscheid van reisgenote Sarah Jane. Al verscheen Sarah later nog een keer, ditmaal echt voor het laatst, in de voor oude DW-fans zeer ontroerende ep School Reunion van het 2e seizoen van de nieuwe serie. Alsof je als dertigjarige plotseling werd teruggeslingerd naar de leeftijd van 7 of 8 jaar toen de oude avonturen van de Doctor en Sarah in Nederland op de buis kwamen. En eenmaal in het ritme gekomen 's avonds laat The Deadly Assassin nog bekeken. Een van de weinige afleveringen die op de thuisplaneet, Gallifrey, van de Doctor is gesitueerd. Met de terugkeer van The Master, de aartsvijand van de Doctor, kan het niet meer stuk. Ja, de klassieke serie heeft de tijd goed doorstaan en blijft voor mij de allerleukste, allerbeste en vindingrijkste genreserie ooit gemaakt.

08 juli 2006

Elizabeth George

Gisteren is de vertaling van het nieuwste boek van thrillerschrijfster Elizabeth George afgerond. Het origineel verschijnt in oktober dit jaar; de vertaling ligt wellicht eerder in de boekhandel. What Came Before He Shot Her is de voorloper van het vorige deel in de reeks over inspecteur Lynley, waarin de echtgenote van de inspecteur uiteindelijk het tijdelijke voor het eeuwige moest verwisselen na te zijn neergeschoten. We bekijken nu alles vanuit het gezichtspunt van de vermoedelijke dader, de twaalfjarige jongen Joel. Een originele wending en het levert een ontroerende pil op met een glimlach en een traan. Het personage Toby zal ongetwijfeld de harten stelen van alle lezers. Ik ben benieuwd hoe fans gaan reageren op de omkering in het vertelperspectief.

04 februari 2006

Mooie leugens

Zo, eindelijk... de eerste vertaling van 2006 is af! Het heeft lang geduurd, maar de psychothriller 'Beautiful Lies' van Lisa Unger wordt in de vertaling 'Mooie leugens' en verschijnt rond juni in Nederland bij Uitgeverij Sirene. Het Amerikaanse origineel verschijnt in april en inmiddels is er een zeer fraaie website (www.lisaunger.com) met iPod-casts van Unger en zelfs een flashwandeling langs de New Yorkse locaties die in het boek voorkomen.
Hopelijk wordt het een bestseller want Lisa is een verfrissende stem in het thrillergenre. Niks een lijk neerleggen en dan maar puzzelen. Het gaat hier om een familiegeheim. Een persoonlijke ontdekkingstocht in het duister achter de schone schijn van het alledaags bestaan.

03 februari 2006

Paheli: te raadselachtig


Helaas... Paheli is niet door de Oscarnominatieronde gekomen. Het verbaast mij niets. Paheli is een gloedvolle hervertelling van een klassiek Rajastaans volksverhaal (over een geest die verliefd wordt op een vrouw en de gedaante van haar echtgenoot aanneemt om bij haar te zijn), maar zo'n duizend-en-één-nachtsprookjesfilm heeft natuurlijk geen schijn van kans bij een Oscaruitreiking. Ook al schittert Shah Rukh Khan in zijn dubbelrol en straalt Rani Mukherji als de geliefde van het spook. Een heerlijk, charmant raadselsprookje met prachtige beelden en zang- en dansnummers. Nee, da's niets voor de Oscars.