17 december 2007

Masters of Horror - seizoen 2

The Black Cat van Stuart Gordon

Begin dit jaar besprak ik het eerste seizoen van Masters of Horror. Inmiddels heb ik de tweede (en naar verluidt laatste) seizoensbox bekeken. Om met de skeletten in huis te vallen, S2 is niet half zo goed als S1, maar als je rondwroet kun je een paar pareltjes ontdekken.
Op de eerste dvd begint Dario Argento met Pelts op vertrouwd onsmakelijke wijze met bonthandelaar Jake (verdienstelijk gespeeld door Meat Loaf) die betoverende wasbeerhuiden ontdekt waarmee hij de ultieme bontjas hoopt te creëren. Alleen komen de velletjes van spookwasberen en daarmee beginnen de akeligheden. Een naargeestige episode die expliciet onderschrijft dat er bloed kleeft aan de bonthandel. Nu staat horror niet gelijk aan gore effecten (iets wat de makers van alle stompzinnige Hostel-achtige wanproducten niet lijken te begrijpen), maar Argento weet er regelmatig zoiets uitzinnigs van te maken dat je niet kunt nalaten erom te glimlachen. Zo wordt in Pelts iemands gezicht finaal weggehapt door een berenklem. Niet echt een ep voor kijkertjes met een zwakke maag. Leuke bijrol voor John Saxon.
In Family van John Landis, de andere aflevering op de eerste dvd, speelt een andere bekende lobbes een psychopatische buurman, namelijk George Wendt (Cheers). Landis kiest een luchtige stijl, hoewel er toch enig onbehagen uitgaat van Norm als getikte buur die uiteindelijk een koekje van eigen deeg krijgt. Best aardig maar niet opzienbarend.
Het tandenknarsen begint met de tweede dvd, want zowel Pro-Life van John Carpenter als The Damned Thing van Tobe Hooper vind ik ondermaats. Pro-Life begint nochthans goed met Ron Perlman (Hellboy) als de streng gelovige Dwayne die zijn zwangere tienerdochter uit een abortuskliniek probeert te krijgen, maar zodra we de kliniek betreden gaat de episode stuurloos tenonder met een opeenstapeling van ongeloofwaardige scènes. Teleurstellend. Net als Hoopers adaptatie van het gelijknamige verhaal van Ambrose Bierce. Een of ander kwaad verandert de inwoners van een Amerikaans gehucht in moordenaars, maar ook hier gaat de aflevering na een sterke opening volkomen de mist in. Daar helpt geen CGI of Ted Raimi als priester aan.

Valerie On the Stairs van Mick Garris

Op de derde dvd komen we in beter vaarwater terecht. Mike Garris, de initiatiefnemer van de serie, lijkt met Valerie On the Stairs een van de betere seizoensverhalen voor zichzelf te hebben gehouden. De episode is gebaseerd op een verhaal van Clive Barker (die op de extra's bromspreekt alsof ie net een slof sigaretten heeft opgerookt) en handelt over een jonge schrijver die verblijft in een pension voor pulpschrijvers. Al snel wordt hij lastig gevallen door een mooie meisjesverschijning die hem smeekt haar te helpen. Ze blijkt het fantasieproduct te zijn van het schrijverscollectief, maar hun verbeelding heeft ook een duivelse macht in het leven geroepen. In dit geval Tony Todd (Candyman) met een make-up die doet denken aan de gedenkwaardige duivel in de cultklassieker Häxan uit 1921. Garris is geen groot visueel regietalent, maar op de kracht van het verhaal weet hij het mysterie vakkundig rond te spinnen tot aan het mooie slotakkoord. In de bijrollen zien we onder meer Christopher Lloyd (Back To the Future).
De andere episode op de dvd, Right To Die, snijdt een heikel onderwerp aan: euthanasie. In dit geval gaat het over Abby die gruwelijk is verbrand bij een auto-ongeluk en sinds die tijd diep in coma ligt. Bij elke hartstilstand treedt ze tijdelijk uit haar lichaam om haar kwelgeesten een lesje te leren. Een tot nadenken stemmende aflevering met Martin Donovan in een goede rol als de overspelige echtgenoot van Abby, maar helaas komt regisseur Rob Schmidt met een plotkronkel aan het eind die alles opeens in een ander daglicht stelt. Dat is net zo'n domper als een moordmysterie waarbij de dader in de laatste akte uit een hoge hoed wordt getoverd.
Over de eerste ep op de vierde dvd, Dream Cruise van Norio Tsuruta, kan ik heel kort zijn: een langdradige, vermoeiende mix van westerse en Japanse horror, met als engerd - zucht - een geest met lang, sluik zwart haar. Na de eindeloze reeks films die inspeelden op het succes van Ringu kun je hier niet meer mee aankomen. Het acteerwerk van Daniel Gillies is op z'n zachtst gezegd niet geweldig en de 'making of' toont de reden waarom: regisseur Tsuruta verstond geen woord Engels en Gillies geen woord Japans. Dat is lastig communiceren en hun droomcruise lijkt ter plekke geïmproviseerd.
Gelukkig wordt de dvd redelijk gered door Stuart Gordons bewerking van Edgar Allan Poe's The Black Cat, met een glansrol van Jeffrey Combs (Re-Animator) als de schrijver. De stijl is bewust klassiek gehouden, wel met indringende close-ups (zoals het priemende oog van Poe's uitgever, een leuke referentie aan The Tell-Tale Heart) en het kleurenpalet zodanig verbleekt dat je het gevoel krijgt naar een film in zwart-wit te kijken. In deze adaptatie is het Poe zelf die kampt met een writer's block, zijn doodzieke vrouw, een drankverslaving en tergende armoede, totdat hij in de waan raakt dat zijn zwarte huiskat het huis heeft vervloekt. De rest laat zich raden en de episode is best schokkend voor kattenliefhebbers als je ziet wat het beestje wordt aangedaan. De 'making of' biedt gemoedsrust: de huiskat werd gespeeld door drie katten die ieder een kunstje konden en voor de rest is gebruikgemaakt van CGI en een radiografisch pluizenbeest. Gordon kon het jammer genoeg toch niet laten om er twee overbodige splattereffecten in te gooien. Al zijn die zeer effectief in een anderszins sfeervol en suggestief verhaal.

The Screwfly Solution van Joe Dante

Dvd vijf opent met een van de sterkste afleveringen van dit seizoen: The Screwfly Solution van Joe Dante. Een intelligent sf-horrorverhaal dat misogynie tot de uiterste consequentie voert als een buitenaards virus alle heteromannen aantast, met als ziekteverschijnsel: ze vermoorden alle vrouwen. Dat brengt op wereldwijde schaal de voortplantingscyclus van de mensheid in gevaar. Zal het virologen Alan (Jason Priestley) en Barney (Elliott Gould) lukken om het virus een halt toe te roepen? Het apocalyptisch gevoel wordt in een uurtje prima overgebracht en het drama krijgt een menselijk gezicht binnen het gezin van Alan, met Kerry Norton in een mooie hoofdrol als Alans vrouw die zich genoodzaakt ziet zichzelf en haar dochter tegen haar echtgenoot te beschermen. Bij vlagen een briljante episode.
Hetzelfde geldt niet voor het gemakzuchtige The V-Word van Ernest Dickerson. Het begint heel sfeervol als twee tieners inbreken in een mortuarium, maar we hebben het al honderden malen gezien. Michael Ironside scoort als de vampierbeheerder van het mortuarium in elk geval hoog in het lijstje belachelijkste ondode aller tijden: een oud-leraar die rondsjouwt met het skelet van een paraplu en à la Lugosi mompelt over stemmen in de nacht. Als de jongens gevampiriseerd zijn, zakt het niveau zienderogen naar dertien-in-een-tienerdozijn. Dan rest je niets anders dan wachten op de onvermijdelijke emmer met effecten die in dit soort inspiratieloze zooi altijd over je heen wordt gekieperd bij wijze van grote climax. Van dik hout zaagt men planken, geen goede tv-afleveringen.
Tot slot de drie episodes op de laatste dvd. Tom Holland (Child's Play) komt in We All Scream For Ice Cream met de ijsco verkopende clown Buster (een onherkenbare William Forsythe). Nu zijn clowns al eng, maar Buster is ook nog eens teruggekeerd om zich te wreken op de jongetjes die hem dodelijk hebben laten verongelukken. De schoffies zijn inmiddels vader geworden en de spookclown komt na zonsondergang langs in zijn ijscokar om voodoo-ijsjes aan hun kinderen uit te delen. Zodra de kroost erin hapt smelt hun vader. Geestig bedacht en vermakelijk zolang het duurt.
Regisseur Brad Anderson gooit het over een serieuzere boeg met de psychologische horror van Sounds Like. Chris Bauer is uitstekend gecast in de rol van Larry die geknakt is na de dood van zijn zoontje en last heeft van een hypergevoelig gehoor. Vliegenpootjes op een ruit klinken in zijn oren als kletterende paardenhoeven op een tegelvloer, dus geen wonder dat hij op den duur gek wordt. Hoe krijgt hij het stil in zijn hoofd? De tweede hoofdrol is weggelegd voor de puike sound design die essentieel is om de groeiende wanhoop van Larry tot uitdrukking te brengen. Een episode die het predikaat 'meesterlijk' dubbel en dwars verdient.
Als laatste hebben we The Washingtonians van Peter Medak. Eigenlijk geldt hier hetzelfde als voor de ijscoclown van Tom Holland, het uitgangspunt is tamelijk amusant: George Washington, de eerste president en grondlegger van de VS, was een kannibaal! Zoiets lees je niet zo snel in de geschiedenisboeken, maar Mike (Johnathan Schaech) ontdekt het geheim in een briefje van GW himself dat hij bij toeval in het huis van grootmama vindt. Het genootschap The Washingtonians, een overijverig clubje GW-fans dat ook kannibalisme bedrijft, wil koste wat het kost voorkomen dat de wereld erachter komt, zodat Mike en zijn gezin hun leven niet meer zeker zijn. Op zich een onderhoudende aflevering, met een prachtig nagebouwde eetzaal uit de tijd van Washington, maar echt spannend wil het niet worden. Wel onsmakelijk.

Als geheel zou ik dit seizoen nog net een kleine voldoende geven, maar ik ben er niet rouwig om als dit het laatste seizoen van de horrormeisters blijkt te zijn. Er wordt al in herhaling gevallen en een deel van de episodes mist de nodige inspiratie of een sterk scenario.

Geen opmerkingen: