18 maart 2007

Tjon

Tjon, Theodor Holman. (2007, Nijgh & Van Ditmar, 224 blz)
'Je liegt! Je liegt!'
'Je wou het toch horen... dan moet je het ook horen. Pappa kwam in de inrichting terecht omdat hij niet goed bij zijn hoofd was...'
'... door de oorlog...'
Arie Storm in Het Parool noemde dit het raarste boek dat hij in tijden had gelezen en kwam er niet uit of het nu goed of slecht was. Ik zit ook te twijfelen.
Tjon gaat over een jongetje van Indische ouders met een kampverleden. Hij loopt als puberend ventje ver achter in zijn ontwikkeling, hoewel de eerste diagnose luidt dat hij achter maar niet achterlijk is. Zijn broer Joost overvoert hem met wrede leugens over hun moeder, dat ze dood zou gaan en hun vader zou bedriegen met een Japanse kampcommandant, waardoor de grens tussen realiteit en kinderfantasie in Tjons hoofd op losse schroeven komt te staan. Ook de vader bij wie de oorlog nog in het hoofd woedt en die zelfmoord pleegt, draagt bij aan de spiraal van krankzinnigheid waaruit Tjon niet meer weet te ontsnappen. Zijn geestelijke conditie verslechtert naarmate de vertelling vordert, tot Tjon echt lijkt te denken dat hij afwisselend zijn vader of kamphond Wolf is. Hij wil namelijk één ding: een oorlogsheld worden en een medaille van de koningin.
Je lijkt Tjon op twee manieren te kunnen lezen, want de paroolrecensent heeft moeten lachen om de opeenstapeling van fysieke en mentale wreedheden, en door de kracht van de eindeloze herhaling (ook in de dialogen) krijgt het inderdaad iets kolderieks. Maar ik vond Tjon vooral een triest boek omdat je het stille oorlogsverleden binnen het gezin een niet weerbare kindergeest door elkaar ziet klutsen. Alles wordt verteld vanuit het standpunt van Tjon, zodat je als lezer op den duur half verstrikt raakt in Tjons tunnelgeest, met aan het eind van de tunnel geen zonlicht maar de felbegeerde fonkelende medaille voor heldenmoed.
Erg sterk zijn de denkbeeldige gesprekken van Tjon met zijn vader in combinatie met reacties van de omgeving, want dan krijg je geleidelijk door dat Tjons gekte zich niet meer alleen afspeelt in zijn hoofd en zich ook gaat manifesteren in voor de buitenwereld rare geheimtaal en vreemde gedragingen. Aan het eind van het boek herschept hij in de achtertuin zelfs een kamp om alsnog de vijanden van pappa en mamma gevangen te zetten. Je kunt glimlachen om dergelijke kolder, maar het blijft een glimlach met meelevende snik.
Ik hoorde Theodor Holman in een radio-interview speculeren over een mogelijk vervolg op Tjon en daar zou ik zelf heel benieuwd naar zijn. Nu moest ik Tjon op de laatste bladzijde achterlaten bij een begrafenis. Ik wil graag weten hoe het met hem afloopt. Dat lijkt mij dan toch een reden om het een goed boek te noemen.

Geen opmerkingen: